Tour d’Europe: Magritte – de ‘gewone’ man die Georgette zo liefhad

‘Achter het zichtbare zit alleen het zichtbare’, zei René Magritte (1898-1967) over zijn werk. We zien niet wat we (denken te) zien en de beelden die we maken van de dingen zijn de dingen niet. Magritte’s oeuvre blijft actueel, in de zin dat het gaat over kijken, de praktijk van de beeldproductie, over representatie of transformatie van de werkelijkheid. In 1929 schilderde hij zijn befaamde pijp met het onderschrift Ceci n’est pas une pipe, dat het verraad van de afbeelding representeert. Magritte: een vrolijke man, die zijn dagelijks leven tot kunst verhief en nergens heen ging zonder zijn vrouw Georgette

‘Er valt niets te kiezen, zonder kunst is er geen leven’  

Brussel viert het 50e sterfjaar van de surrealistische kunstenaar Magritte door zichzelf (wederom) uit te roepen tot hoofdstad van het surrealisme. In het Koninklijk Museum voor de Schone Kunsten, op het Koningsplein pal naast het Musée Magritte Museum, is tot 18 februari de tentoonstelling Magritte, Broodthaers & de hedendaagse kunst te bezoeken. Te zien is hoe origineel Magritte werkelijk was en hoe zijn ideeën conceptueel kunstenaar Marcel Broodhaers en anderen beïnvloedden. Wat een wonderbaarlijke stroming toch, het surrealisme dat de fantasie én de conceptuele kunst heeft aangewakkerd. Kijken we naar de schilderijen zelf, dan lijken de voorstellingen soms juist ver af te staan van de hedendaagse kunst. Mogelijk omdat illusies zo duidelijk zichtbaar zijn en openlijk spelen met beeld en woord.

Het surrealisme ontstond tijdens het interbellum. Het creëerde een nieuwe realiteit; een ‘superrealiteit’ volgens de grondlegger André Breton (1896-1966). Als hoofddoel formuleerde hij de vereniging van het bewuste en het onbewuste. In het Belgische Lessen geboren werkte Magritte het grootste deel van zijn leven in een Brusselse buitenwijk. Hij behoorde tot de meest representatieve kunstenaars van de beweging, zijn werk reikte tot over de grenzen en zijn invloed was groot. Uiteindelijke zou Magritte breken met de surrealistische leer van Breton en zich vooral richten op de representatie van de realiteit in het kunstwerk.

Magritte lijkt te suggereren dat, hoe realistisch de kunstenaar een item ook kan schilderen, verbeeldingskracht nog altijd een artistieke strategie is, louter de weergave van het ding en niet het ding zelf. Deze kunstenaar, ogenschijnlijk een ‘gewone’ man, presenteerde zichzelf als een ’tableau vivant’ met bolhoed.


                                                                               De mysteries van de horizon (1955)

In de jaren 50 en 60, toen Magritte roem verwierf, doken iconische bolhoeden op in zijn werk. Mannen met bolhoeden: anonieme automaten, mijnheer iedereen, klonen of alter-ego’s van de artiest. De jongere dichter, kunstenaar Marcel Broodthaers (1924-1976) vond het allemaal prachtig. In 1967 overhandigde hij Magritte, in ruil voor de bolhoed, een ander icoon van ‘belgitude’: zijn Het dijbeen van een Belgische man beschilderd in de nationale driekleur.

De beide kunstenaars vinden elkaar in de relatie tussen woorden, beelden en objecten en hun bewondering voor de Franse dichter en criticus Stéphane Mallamé (1842-1898). Voortbordurend op Magritte’s beeldwoordenspel maakte de subversieve Broodthaers verschillende versies van De mosselpot, een werk vol taalassociaties en symboliek. Mossel in het Frans is moule, wat op zijn beurt staat voor een vorm, een mal. Dit weekdier maakt zelf zijn schelp, die Broodthaers daarmee tot de perfecte authentieke vorm bestempelde. En wat te denken van de mossel als Belgisch volksvoedsel nummer één? Zo brak wederom een kunstenaar met de conventies en aannames die in de kunstwereld beheersen, op een manier die nu nog steeds tot ons’ aller verbeelding spreekt.

© Marcel Broodthaers, Grande casserole de moules, 1966

‘Als Georgette sterft, zal ik haar ook laten opzetten en een plaatsje naast mijn bed geven’. Wat zou René Magritte zijn geweest zonder Georgette? Veertig jaar lang was ze zijn compagne de route. Hij was dol op haar. Foto’s uit pashokjes laten zien hoeveel lol ze hadden. Magritte schilderde in de woonkamer tijdens ‘kantooruren’, maakte zijn kwasten schoon om aan tafel te schuiven en met zijn vrouw te eten. Het leven was vrolijk en normaal. In Magritte’s werk straalt het alledaagse bestaan een opvallende lichtheid uit, waarin al het denkbare zichtbaar mogelijk is.

Veel meer nog is te zien in het Koninklijk Museum voor de Schone Kunsten  (tot 18-2-2018) en het Magritte Museum (doorlopend).

aw_logo

Stichting ArtWorlds

Amsterdam
info@klimaatexpo.nl

KlimaatExpo Nieuwsbrief

Terug naar de top