Tour d’Europe: Modigliani – een romantische held uit de vorige eeuw
Hoe is het mogelijk dat de iconische schilderijen van Modigliani (bijna) iedereen raken? Is het zijn aangrijpende stijl? De emotie en expressie van de geschilderde mens, het voelbare levensdrama? Of zijn het eerder de romantiek en dramatiek van het korte en heftige kunstenaarsleven?
Amadeo Modigliani (1884-1920) was een Italiaans-mystieke, knappe man; een bon-vivant die vrouwen(en mannen)harten sneller deed kloppen en die ook nu nog romantische gevoelens in ons wakker maakt. Een echte kunstenaar die zich niets aantrok van de gevestigde orde, die buiten de maatschappij leefde en vol bevlogenheid de tragiek van het leven verbeelde. Indrukwekkend en expressief zijn de portretten van vrouwen en mannen met hun mystieke ogen en de prachtige ‘huid’ van zijn schilderijen. De verf soms licht, dan weer zwaar aangebracht, om hen in gestileerde vormen, in lijnen en kleurvlakken weer te geven. Veel kunstenaars werken, tot op de dag van vandaag in deze ‘herkenbare’ stijl. Wie was de held Modigliani?
Geestverruimend
In zijn tijd bezien was hij ‘gewoon’ een kunstenaar, sterk beïnvloed door zijn collega’s en omgeving. Hij bewoog zich in de welbekende kringen van Picasso, Matisse en Lipschitz ‒ allen moderne mannen die de wereld anders bekeken dan de goegemeente, die leefden voor de kunst, op reis gingen en Afrikaanse beelden kochten. Daarbij hoorden vanzelfsprekend geestverruimende middelen; hasj, cocaïne en opium waren net zo gangbaar als wijn. Modogliani liet zich maar wat graag verleiden door deze elite en deed aan alles ruimschoots mee.
Iconische werken
Dat werd hem fataal: de kunstenaar overleed op zijn 35e in armoede. Pas na zijn dood werd Modigliani echt beroemd en groeide uit tot een van de populairste kunstenaars van de 20e eeuw. Nu in 2018, bijna 100 jaar naar zijn dood, wijdt Tate Modern in London een grote tentoonstelling aan zijn iconische werk. Het is druk in de zalen. Iedereen kent zijn schilderijen wel ergens van ‒ zijn naakten en portretten horen bij de meest gereproduceerde beelden van de afgelopen decennia ‒ en is verrukt ze in het echt te zien.
Solistisch
Amedeo Clemente Modigliani werd in 1884 geboren in Livorno, een havenstad aan de westkust van Toscane aan de Ligurische Zee. Hij was een nazaat van intellectuele Sefardisch-joodse aristocraten. Hoewel hij nooit grote welvaart heeft gekend, schijnt het dat Modigliani zich al jong als een prins gedroeg. Als kind was hij veel ziek, wat hem een uitzonderingspositie bezorgde, hij leed aan depressies en had een zeer eigenwijs karakter: stereotype kenmerken van een kunstenaar in spé. De kunstacademie bezocht hij maar kort. Daar was hij te solistisch voor, hij ging zelf wel op zoek naar wat hem boeide. Hij was dol op Cézanne, Afrikaanse beeldhouwkunst en Italiaanse renaissancekunstenaars zoals Botticelli.
Dandy
In 1906 verhuisde Modigliani naar Parijs. Dat deed hij volledig in stijl. Dankzij een kleine erfenis van zijn oom kon hij zich een goed hotel veroorloven en kleedde hij zich als een dandy. Vriend, tijdgenoot en beeldhouwer Ossip Zadkine beschreef hem als ‘een jonge god vermomd als een werkman’. Maar het geld ging snel op en Modigliani moest het peperdure hotel verlaten. Hij vertrok naar de goedkopere kunstenaarskwartiers van Montmartre en Montparnasse.
Beatrice
De voor vele vrouwen woest aantrekkelijke eigenwijze Modigliani kwam in het vizier van de Britse journaliste en dichteres Beatrice Hastings/Emily Haigh (1879-1943). Onder de naam Alice Morning schreef ze destijds over de Parijse kunstscène voor het avant-gardetijdschrift The New Age. Ze was mooi en had een verzorgende inborst; zo verzamelde ze zwerfdieren en verpleegde gewonde wespen. Ook vond ze het leuk om regelmatig high te worden. Ze was, kortom, alles wat Modigiani op dat moment nodig had. Hij schilderde haar veelvuldig en ze hadden twee jaar een liefdesrelatie.
Tragedie
In 1916 verliet Modigliani haar voor de veertien jaar jongere kunststudente Jeanne Hébuterne (1898−1920), met wie hij een atelier betrok in de Rue de la Grande Chaumière. Vanaf dat moment verscheen de mooie Jeanne op zijn doeken. Jeanne werd al snel zwanger. Het stel woonde, op de vlucht voor de oorlog, kort in Nice, waar hun dochter werd geboren. Daarna keerde het jonge gezin terug naar Parijs, waar hun pril geluk werd verstoord door velerlei narigheid. Modigliani had zich ontwikkeld tot grootverbruiker van alcohol en drugs. Op zijn dertigste had hij bijna geen tand meer in zijn mond. Vanwege zijn slechte reputatie weigerden de ouders van de eenentwintigjarige Jeanne toestemming voor hun voorgenomen huwelijk. Jeanne was zwanger van de tweede toen de sterk verzwakte Modiglinani heftig tuberculose kreeg. Op 24 januari 1920 overleed hij in het Hôpital de la Charité, een beroemd liefdadigheidsziekenhuis in Parijs. De ontroostbare acht maanden zwangere Jeanne sprong twee dagen later uit een raam op de vijfde verdieping en overleed eveneens. Een tragedie.
De zalen van Tate Modern zijn gevuld met Modigliani’s levenswerk. Met portretten en naakten van Hastings en Hébuterne, de vrouwen die hij liefhad, en van kunstenaars die hij bewonderde. Met sculpturen geïnspireerd op Afrikaanse beelden. En ik vraag me af hoe het kan dat juist anno 2018, in een tijd waarin conceptuele intellectuele kunst hoogtij viert en zoveel grote complexe installaties voortbrengt, zulke ogenschijnlijk eenvoudige schilderijen op bescheiden formaat volle zalen trekken. Want er zijn rijen: mensen moeten lang wachten om de expositie binnen te mogen. Ze hebben het er allemaal voor over, om oog in oog te kunnen staan met de emotionele penseelstreken van deze romantische held uit de vorige eeuw.